Elk jaar worden gemiddeld 140.000 kinderen in Nederland behandeld op de spoedeisende hulp na een ongeluk in en rondom huis.

Voldoende aanleiding om samen met Ankie Bos en Henriëtte Scheper van de nationale bond EHBO een voorlichtingsbijeenkomst bij Univé in Wolvega te organiseren.

Over wat je kunt doen als een kind iets overkomt. . Er was zoveel animo dat er twee avonden, op 19 juni en 17 juli 2017 georganiseerd werden.

Na een korte introductie door Ankie volgde een voorstelronde van de aanwezigen. Daarbij viel op dat men deze avonden om verschillende redenen wilde bijwonen:

  • belangrijk om iets van EHBO te weten, nu mijn zoon 5,5 maand is.
  • Ik heb Bedrijfshulpverlening (BHV), maar wil meer specialisatie voor kinderen
  • Ik heb al een thuiscursus EHBO thuis, maar nog niets mee gedaan
  • Ik ben vrijwilliger bij de kinderopvang en vind het belangrijk meer te weten.

Niet alleen ouders met jonge kinderen waren aanwezig, maar ook grootouders, zorgprofessionals en vrijwilligers van de kinderopvang.

Het eerste deel van het programma bestond uit informatie over veel voorkomende ongevallen en risico's die vooral kinderen lopen. Denk daarbij bijvoorbeeld even aan het gootsteenkastje waar vaak diverse giftige schoonmaakmiddelen staan, maar die door kinderen worden aangezien als lekker drankje.

Na de pauze was er een demonstratie voor het reanimeren van baby's en kinderen. Vervolgens konden de aanwezigen zelf aan de slag door een reanimatie te oefenen op de aanwezige poppen.

Het waren interactieve avonden waarbij veel vragen gesteld werden en voorbeelden besproken werden. Zo vertelde Henriette over de burgerhulpverlening, 19 keer is ze opgeroepen en 5 keer heeft ze echt reanimatie moeten toepassen, helaas zonder succes. Hierop werd de vraag gesteld: “Wat doet dat met jou als een reanimatie niet lukt?” Is er mogelijkheid voor nazorg? Binnen de EHBO vereniging zijn daar zeker mogelijkheden voor. Een deelnemer vertelde dat als je bezig bent met reanimatie, je adrenaline ervoor zorgt dat je door blijft gaan. En het was de eerste keer heel moeilijk te accepteren, dat de patiënt toch overleed. Je doet wat je kunt doen en vaak gaat het wel goed en dat is wat je blijft motiveren.

Iedereen was enthousiast. Men vond het leerzaam en vooral ook leuk. Een laagdrempelige manier van kennis delen om tegenspoed te voorkomen en in dit specifieke geval lichamelijk letsel bij kinderen zien te beperken.